Saxon maakte zijn weg naar een café in de World Harbour. Hij was eerlijk gezegd toch redelijk nerveus. Dankzij Dax had hij hier zijn eerste optreden als poëet om het komende nieuwe jaar in te luiden. Hij had het helemaal voorbereid.
Snel pakte hij het papiertje met daarop zijn tekst uit zijn jaszak en las het nogmaals door. Daarna vouwde hij het weer keurig op en stopte het terug terwijl hij de Harbour doorkeek. Op zoek naar het café dat Dax had genoemd. Dax zou er ook zijn, dus dat maakte het al een stuk minder eng, wetende dat zijn vriend voor hem klaar zou staan.
Het spotte het café en liep erop af. Er was al een goede sfeer te zien toen hij de deur opende en achter zich dichttrok. Na een paar stappen keek hij weer achterom om te zien of deze deur hem ook met rust liet. Dat deed het ook.
Saxon zag Dax al zitten en snelde naar hem toe. Een vochtig doekje voor desinfectie was het eerste dat uit zijn jas verscheen om de stoel en tafel te behandelen voordat hij zenuwachtig op de stoel neerzat.
"Hoi Dax, ik ben heel nerveus, maar ik heb heel goed geoefend." zei hij. Ditmaal was zijn toon wat zachter door zijn zenuwen. Hij wilde het wel heel graag. Als dit was wat erbij hoorde als poëet, dan zei het zo en had Saxon het er echt voor over, gelovende dat het wel zou wennen.
Hij was benieuwd wanneer hij moest beginnen. Tot nog toe zat het café niet heel erg vol. Het was ook niet echt rustig meer te noemen, maar propvol zat het niet. Het kon gezien worden als een klein publiek, maar niet voor iemand met de mentale instelling van een 3-jarige.
Nogmaals vouwde hij het papiertje uit nadat hij het weer uit zijn zak had getoverd en nam het nogmaals een paar keer door. Als hij straks aan de beurt was het nieuwe jaar in te huldigen, dan moest dat wel uit zijn hoofd en niet voorgelezen vanaf een kladblaadje.
Saxon was nerveus.