Hallo en welkom op Separa!
Als je hier nieuw bent, raden we je aan even de regels en de informatie door te nemen,
ben je hier al bekend, dan welkom terug!
-Het team
Hallo en welkom op Separa!
Als je hier nieuw bent, raden we je aan even de regels en de informatie door te nemen,
ben je hier al bekend, dan welkom terug!
Character sheet Age: 23 Species: Shapeshifter ( Fire Lion) Partner:: There is just one person that destoys the walls around my heart, and will be able to steal it
Onderwerp: Unleash hell zo maa 27, 2016 3:53 pm
This is a warning. This post can contain shocking parts. Not ment for the young readers and posters. Reading at own risk.
You sure?:
I will unleash Hell
De laatste drie dagen waren grimmig geweest. Zijn eens opgefleurde humeur was met één simpele brief weggevaagd. Een brief met slechts een paar woorden beschreven. Niet ondertekend met een naam. Echter had de geur voor zich gesproken. Een sterke, overwelmende geur die Hunter uit duizenden herkende.
"Zonsondergang, Crystal Mountain. Alleen. Drie dagen na ontvangst"
Drie dagen in de stres gezeten. Drie dagen compleet erdoor geflipt. Puur omdat Hunter zich besefte wie deze afzender was. Het papier droeg de geur van alcohol bij zich. Dát bepaalde soort alcohol. Het soort vloeistof dat een groot deel van zijn jeugd had beïnvloed. Er was geen twijfel over mogelijk. Het moest zijn vader zijn geweest. Een man die zich eigenlijk geen vader noemen mocht. Zaaddonor, dat beschreef de man beter. En zelfs dat zou nog te hoog gegrepen zijn. Door het besef dat de man hem terug gevonden had, had geen enkel stuk meubilair het in zijn huisje overleefd. De vloer bestond uit een hoog splinters, glasscherven en stukjes stof van de uiteen gereten kussens. Drie dagen had Hunter zich opgesloten tussen die ravage. Tot het moment daar was. Het moment dat hij weer oog in oog kwam te staan met de man die hem min of meer gebroken had. Ja, Hunter had de mogelijkheid nooit heen te gaan. Te doen alsof de brief niet bestond en in die tussentijd vluchten. Voor een tweede keer. De roodharige jongeman wist dat vluchten geen optie zou zijn. Niet mocht zijn. Door de jaren heen was Separa zijn thuis geworden. Wist hij een bestaan op te bouwen en te houden van zijn beste vriend. Natuurlijk, houden op zijn eigen manier. Dat liet hij hem niet ontnemen. Vandaag was het moment van de waarheid. In een rustige pas bewoog Hunter zich voort naar de Crystal Mountain. Hier en daar bloeiden al enkele bloemen. Knoppen waren verschenen in zowel de bomen als struiken. Temperaturen gingen rustig aan weer omhoog. Het zou een goede dag zijn geweest, als hij niet had geweten wat er komen ging. Een eind verderop kon hij de man zien staan. Half verborgen achter een stel afgebroken rotsblokken. 'Lafaard,' gromde Hunter tegen zichzelf. Beelden flitsten door zijn gedachten heen. Herinneringen die zijn gezichtsuitdrukking deed verscherpen.
Vanachter de deur weerklonk het hoge gegil van een jong meisje. Zo'n soort gil waarvan men wist dat er iets góed mis was. Een gil dat destijds de 8 jarige Hunter in beweging zette. Vanuit de vervallen bijkeuken sprintte hij naar het kamertje van zijn kleine zusje. Er klonk een klap, wat het meisje nog harder deed gillen. Ruw gooide de jongen de houten deur open, wat met hard gekraak tegen de muur aanklapte. Zorgend dat de bovenste schanier los sprong en de deur half los laat. 'HEY!' De situatie in de kamer was zorgelijk. Op het bed lag zijn zusje, waarnaast een man stond. Half naakt. Met een lederen riem in diens handen. Een rode striem was te zien op het linker been van het meisje. 'GA BIJ HAAR VANDAAN!' gilde Hunter hysterisch, precies wetende wat er gaande was. Een kwaadaardige blik stond in de man zijn groene ogen, zich naar de jongen kerend. 'Had je commentaar? Hé? Tegen MIJ?!' Iedere pas die de vader naar voren zette, zette Hunter naar achteren. 'Wil je soms ook graag? Dat is het. Ja!' Angstig had hij zijn vader aangekeken, waarna hij in alle haast omdraaide en wegrende. Achtervolgd door de zaaddonor. Een ferme hand greep zijn rode haren van achteren vast. Doormiddel van een harde ruk zorgend dat de jongen achterover viel. 'Ik zal je leren! Snert jong!' Genadeloos sleepte hij Hunter mee richting diens eigen kamer. Eenmaal daar de jongen hardhandig op het bed gooiend. Wanhopig probeerde Hunter nog van het bed te kruipen, tegengehouden wordend door een stel ruwe handen die zich bezighielden met zijn verweerde spijkerbroek.
Zijn leeg staande blik gleed over de figuur voor hem. De nog altijd rossige, onverzorgde krullen. Priemende gif groene ogen. Slonzige kleren en de bekende geur van alcohol. Een brede grijns speelde op de lippen van de man. De man die zich eigenlijk geen man noemen mocht. Sarcastisch opende die diens armen. 'Geen knuffel?' Ongeroerd staarde Hunter hem aan. Dezelfde lege blik en strak gezicht behoudend. Hoewel hij de afgelopen dagen was geflipt, waren zijn gedachten rustig. Waren ze gefocust op slechts één bepaald doel. Deze kerel zou hem niet gek krijgen. 'Niet eens een begroeting... Best wel onbeleefd dit hoor. Zo hebben we je niet opgevoed, Hunter.' Terwijl deze sprak, kwam hij ook in beweging. Met grote passen cirkelde de man om hem heen. De priemende ogen strak gericht op het lichaam dat hij bezat. 'Goede dag zeg. Wat een vooruitgang. Wat een man ben je geworden.' Walging kwam in Hunter omhoog zetten. De manier waarop gesproken werd. De blik die de ander in diens ogen droeg. Het maakte hem misselijk, wetende dat dit figuur voor geen meter veranderd was. Wetende dat het herhalen van het verleden voor deze man geen probleem zou zijn. Toch bleef Hunter zwijgen, geen vin bewegend. Ineens werd hij tot zijn knieën gebracht doormiddel van twee trappen in beide knieholtes. 'Zo!' Klonk vanachter. 'Dit brengt wel weer herinneringen op, nietwaar?' Honend gelach drong zijn oorschelpen binnen, terwijl een hand door zijn rode haren streek. Uiteindelijk een paar plukken hard vastpakkend. De man bewoog zich voort, tot hij voor hem stond. En dan ook echt pál voor hem. Genadeloos trok hij Hunter's hoofd naar achteren. Strak keek hij zijn vader aan. Al zijn instincten stonden op scherp. Alarmbellen rinkelden. De leeuw drukte onder de huid tegen hem aan, klaar om naar buiten te komen. Maar hoe hard zijn instinct ook riep om in actie te komen, hij bleef stil. 'Hmm... Yes. Dit staat beter dan die tranen,' sprak zaaddonor grijnzend. 'You know what to do!' Langzaamaan bracht de jongeman zijn handen omhoog, zachtjes de riem vastpakkend. 'Tsk.' Binnen no time was Hunter opgestaan, zijn ene hand de riem vast en de ander het vieze shirt. In een boogje vloog zaaddonor door de lucht heen, met een plof eindigend op de grond. Hard drukte hij zijn voet tegen de gevloerde z'n keel. Handen grepen om de enkel heen, waardoor Hunter eens afkeurend zijn tong klakte. Direct daarna werden de hulpeloze handen omgeven door wilde vlammen. Gepijnigd geschreeuw klonk door de vallei. 'Het is gebeurd met je.' Nadat Hunter zijn voet had gelost van de ander z'n keel, trapte hij hem op diens buik. Hij liet een knie eindigen tussen de man zijn schouderbladen. Het onmogelijk makend weg te komen. Zijn eigen vingers leken een verandering door te gaan. Half shiftend naar het leeuw zijn. Zorgend voor scherpe klauwen. Klauwen die direct naar de keel van zijn prooi grepen, diep in de huid boorden. Onder hem schreeuwde de man. Bewoog wild om eraan te ontkomen. Zowel het vuur als de klauwen die steeds harder begonnen te trekken. Bloed sijpelde langs Hunter's vingers heen, bij elke seconde meer kracht zettend. Hij trok het hoofd omhoog, en steeds verder naar achteren, met de intentie de zaaddonor levend te onthoofden. Een aparte glans stond in zijn gouden ogen. Een mix van tranen en lang verborgen woede. Ietswat boog hij zich voorover, tot zijn mond op de hoogte zaten van de ander z'n oren. 'Should've done this way earlier. Have fun in Hell.' En met die laatste woorden zette hij extra kracht. Het geluid van scheurend huid overtrof het dempende geschreeuw. De spierenmassa verslapte volledig nadat het hoofd was losgekomen van het lichaam. Hunter staarde ernaar, zich in slow motion omhoog brengend. Het hoofd liet hij in die handeling vallen, waarna hij een paar passen naar achteren week. Geheel verdoofd bleef de jongeman staan, zich onbewust van de wereld om hem heen.
[Dax]
It's time for a new life
Dax
Grey One
Aantal berichten : 614 Woonplaats : Oosterblokker
Character sheet Age: 18 Years Species: Shapeshifter: Panpas vos Partner:: I don't remember..
Onderwerp: Re: Unleash hell di maa 29, 2016 10:48 pm
Unleash hell
Ergens wat lusteloos schopte hij tegen wat kleine keien aan. Die daardoor de grot uitrolde. Het leek al weer zo lang terug dat hij hier ruzie had staan maken met het andere vossen meisje. En waarover eigenlijk? Het had zijn leven er niet bepaald beter op gemaakt. Was het wel nodig geweest? Dax slaakte een vermoeide zucht terwijl hij naast de tegen de wand staande schop ging zitten. Zin hebben in het leven was moeilijker dan hij gedacht had toen hij had besloten verder te willen. Die zin kwam niet van zelf terug. En helaas hielpen de omstandigheden ook niet bepaald om de zin weer terug te halen. Hij zou er heel hard zijn best voor moeten doen. Iets waar hij momenteel nauwelijks de wilskracht voor had. Maar Dax besefte ook dat er geen andere optie was. Hij had zelf gekozen om te blijven leven. En dus moest hij die belofte aan zich zelf op z'n minst enige tijd na komen. Een week terug was hij naar het gebied van mis shifters gegaan. Daar had Vincent, die wonder boven wonder dus nog bleek te leven, Dax zijn wonden verschoond en hechtingen er uit gehaald. Een tweede wonder was dat alles redelijk tot goed geheeld was op hard op weg was dat te doen. Hij accepteerde het als een wonder van het leven dat aangaf dat hij echt nog even langer op de wereld moest blijven rond lopen. Ook had Dax er flink bijgepraat met zijn oude bijna vriendje. En was er achter gekomen dat de meeste mis shifters waar hij destijds veel mee was opgetrokken nog bleken te leven. En zelfs nog in Separa woonde. Hij had dan ook aangeven het prima te vinden zich opnieuw voor enige tijd bij hun groep aan te sluiten. Waarop hij gelijk een baan in de handen geschoven had gekregen. Eentje waarmee hij al heel wat ervaring had: het zoeken naar mineralen en edelstenen in de Crystal Mountains. En vandaar dat hij nu ook hier zat. Echter betekende al deze positieve gebeurtenissen niet meteen dat hij weer vrolijk zou zijn. Laat staan gelukkig. Niet dat Dax ontevreden over de vorderingen was. Zeker niet. Hij voelde zich er opgelucht door. Maar durfde zich nog niet bepaald vrolijk of vol goede moet te voelen. Aangezien, zijn leven kennende, het waarschijnlijk toch niet voor lang zou zijn. Kort gezegd, Dax durfde er niet op te vertrouwen dat hij zorgeloos vrolijk zou kunnen zijn. Ja, hoe scheef het ook klonk, hij was bang om vrolijk te zijn. Overdacht constant hoe de dingen mis konden gaan. Zodat hij ze wellicht nog zou kunnen voorkomen. Het maakte het er niet bepaald beter op. Hoe meer tijd er verstreek hoe meer paranoïde hij werd voor zijn eigen leven. Even gleed zijn blik over de schop heen. Hij zou nummer zesentwintig kunnen opzoeken en diens hoofd in slaan. Zodat er nog een jaar van rust en isolatie bij zou komen. Mochten ze hem vinden... Dax wilde net een tweede diepe zucht slaan toen een akelig geschreeuw door de bergen galmde. Meteen stonden zijn zintuigen op scherp. Helaas herkende hij de 'soort' schreeuw. Dit was geen normale pijn. Nee, niet iets dat nog goed zou komen. Hier werd iemand vermoord. De schreeuw zetten een naar soort domino van herinneringen op gang in zijn geheugen. De een na de andere schreeuw weerklonk. Allemaal verschillend en toch hadden ze een ding gemeen. Alle werden ze vermoord. En wel door hem. Een nerveus glimlachje tekende zijn gelaat terwijl hij zijn nagels in zijn handpalmen drukte. Zich afvragende hoe lang het wel niet duurde voor dat deze man het eindelijk zou begeven. Zijn handen begonnen te trillen en een ongekend soort frustratie kwam in hem naar boven. Waarom bleef die schreeuw zo vreselijk lang door gaan? Misschien was het wel niet eens zo verschrikkelijk lang achteraf. Alleen voor Dax voelde het als uren. Hij hield zijn handen tegen zijn oren en bleef zo als een bolletje op de grond zitten. Vechtende tegen de drang om het leven van de schreeuwende man eigenhandig te stoppen. Het zou een ramp zijn als hij opnieuw de controle zou verliezen op dit moment. Dan zou hij weer van voor af aan moeten beginnen. Iets wat hij alles behalve wilde. Hij had dit kleine bestaan niet voor niets weer opgebouwd. Gelukkig stierf het geschreeuw weg. En daarmee was ook zijn drang als sneeuw voor de zon verschenen. Voorzichtig liet Dax zijn handen zakken en stond op. De situatie was al met al wat vreemd. Maar ergens was hij nieuwsgierig geworden. Wie was de moordenaar? Zou het wellicht iemand met de zelfde drang kunnen zijn? Of had hij een ander motief om de man te vermoorden? En hoe ging hij te werk? Wellicht dat Dax er nog wel van zou kunnen leren ook. Hij zou dit slim moeten aanpakken. Aangezien die gene absoluut niet opzoek zou zitten te wachten. Wie je ook was, zodra de ander een lijk bij zich had zou je als vijandig over komen. Dax keek even naar de schop die hij bij zich had. Hij zou kunnen komen aanlopen en rustig aangeven dat hij wel wilde mee helpen met het begraven van het lijk. Voor een gift natuurlijk. Anders zou het alsnog verdacht overkomen. Hij vond dat dit plan op z'n minst het proberen waard was. Dax stond op, pakte de schoffel en begon richting de plaats van misdaad te lopen. Ergens voelde het wel goed om weer eens een totaal ondoordachte keuze te maken. Het had wel iets nostalgisch. Maar naarmate hij dichterbij zijn plaats van bestemming kwam nam die nostalgie een andere betekenis. Vrijwel meteen hield hij zijn pas in. Bleef geschokt voor zich uit staren. Hij had veel personen in gedachten gehad die deze daad zouden kunnen uitvoeren. Maar niet Hunter. Niet zijn beheerste vriend. Hunter was een meester in het binnen houden van gevoelens en frustratie. Deze actie was niets voor hem. Dax raakte lichtelijk in paniek door de beredenering dat zijn vriend in gevaar moest zijn geweest. Het moest haast wel een zelfverdedigingsactie zijn geweest. Hunter zou nooit zonder reden moorden. En aangezien Dax geen aanval voelde opkomen was dat ook niet het geval. Er moest dus wel iets aan de hand zijn. Iets ergs. Zo goed en kwaad als dat ging begon Dax naar de plaats van bestemming te rennen. De geur van vers bloed stoof zijn neus binnen. Gelukkig was het niet van Hunter afkomstig. Maar daarom maakte hij zich nog niet minder zorgen om zijn vriend. Wat kon er in vredesnaam gebeurd zijn?! Zijn benen leken nog wel erger te branden dan de dag na zijn aanval. Toch bleef hij stug door rennen. Nog maar een paar meter, een bochtje om en dan zou hij er moeten zijn. Nog twee meter, een... Zodra hij de bocht om was liet hij de schop uit zijn handen vallen. Die daardoor met een hoop kabaal op de stenen kletterde. Totaal geshockeerd staarde hij naar zijn vriend. Die al even geschokt terug staarde. Op de grond lag het lichaam van een man. Onthoofd en wel. Maar het was niet zomaar een man. Nee, Dax wist maar te goed wie daar lag. Enkele seconde viel er een stilte. Een zeer pijnlijke stilte. Dax had geen idee hoe hij dit aan moest pakken of wat hij überhaupt kon zeggen. Natuurlijk was het goed nieuws maar toch ook weer niet. Het was geweldig maar het zou zo vreselijk verkeerd zijn er om te juichen. En dus bleef het stil. Het gevoel dat hij iets moest doen nam toe. Echter kon hij niet bedenken wat. De situatie was niet meer te bevatten. Het was niet menselijk meer. Elke beweging en elk woord zou een fout zijn. Het was zo onwerkelijk dat er geen ongesproken regels meer bestonden. Er was geen kader meer van goed of fout handelen. En dat maakte elke handeling fout. Maar alles was beter dan niets doen. Alles was beter dan deze pijnlijke stilte. Voorzichtig en ergens ietwat wankel stapte hij op zijn vriend af. Een uit alle macht onderdrukte ongemakkelijke glimlach tekende zijn gelaat. Voorzichtig spreiden hij zijn armen. Klaar voor een omhelzing mocht daar voor gekozen worden. "Het is over niet waar?"Vroeg hij zachtjes. Al was het eigenlijk meer een bevestiging. "Kom hier alsjeblieft, ik kan me niet voorstellen dat je zo iets totaal alleen zou verwerken. Dat wil ik je eigenlijk ook niet aan doen."Sprak hij met trillende stem. Het liefste zou hij de jongen in zijn armen nemen en hem zo goed mogelijk troosten als hij kon. Maar aangezien hij niet wist wat er aan de onthoofding vooraf was gegaan kon hij het zich ook voorstellen als de jongen voorlopig even met niemand in aanraking wilde komen. Hij liet die keuze dan ook geheel bij Hunter. Zo bleef Dax staan en wachtte af. Gehuld in een vreemd soort angst voor de opvolgende momenten. Angst om op een of andere manier afgewezen te worden. Angst om wat verkeerds te hebben gezegd. Angst om ook maar iets fout te zullen doen. Ondanks dat er geen goed bestond in deze situatie. De spanning van het moment was haast tastbaar. En de seconde kropen tergerrend traag voorbij.
Character sheet Age: 23 Species: Shapeshifter ( Fire Lion) Partner:: There is just one person that destoys the walls around my heart, and will be able to steal it
Onderwerp: Re: Unleash hell wo maa 30, 2016 11:06 am
I will unleash Hell
Minuten tikten voorbij. Ze waren stil geweest. Alsof de wereld geheel bevroren was, speciaal voor dit moment. Hunter had er gestaan. Even stil als de wereld zelf. Enkel de bloeddruppels gleden van zijn vingers af, eindigend op de grond. Met het juiste gehoor was het zelfs mogelijk dat nog te horen. Of wel ja, dat bracht Hunter zichzelf bij. Hij wist niet wat te voelen. Hij wist niet wat te doen. Hoe kon hij dat nou wel weten? Zojuist had hij iemands hoofd afgetrokken. Op eigen mankracht. Beestelijk. Monsterlijk. Aan het hele gebeuren zat geen menselijks aan. En toch, toch leek het gepast voor deze man. Een normale, pijnloze dood. Dat zou te goed zijn geweest. Te goed voor de daden die dat figuur anderen had aangedaan. Niet alleen zijn zusje en hijzelf. Hunter wist 200% zeker dat zijn vader wel meer mensen pijn had gedaan. Leed had gebracht. Op wat voor soort manier dan ook. Wellicht waren het excuses dat hij aan het bedenken was. Redenen waarom het doden van deze man een goede daad was, in plaats van slecht. Echter leek het niets te helpen. Want het lege gevoel werd langzaamaan gevuld met paniek. Met spijt. Met woede. Een mengelmoes van van alles en nog wat. Deze manier van doden... Het was geen haar beter dan wat de dode hem had aangedaan. Ze stonden gelijk aan elkaar. Zelfs al had de ene geen ziel meer. Hunter's blik zakte af naar zijn eigen handen, dat intussen was gaan trillen. Trillen door de overspoelende emoties die hij niet meer in leek kon te houden. Een mental breakdown leek voor de deur te staan. Totaal onverwachts kwam iemand opdoemen. Wie het precies bleek, daarvoor was hij te afwezig om het goed te kunnen zien. Geshockt keek hij diegene aan, al leek het beeld nog niet helemaal door te dringen. Het beeld dat Dax er stond en geen wilde vreemde. Wat nu? Wat moest hij doen? Wegrennen? Vluchten? Alles in zijn hoofd bleek een race aan het houden te zijn. Zelfs z'n hart sloeg op een onnatuurlijk tempo mee. Straks werd hij verlinkt. Kwamen de soldaten of agenten er aan en werd hij verbannen naar Black. Of misschien erger. Soulless! Nee. Nee. Nee. Dat was niet de bedoeling. Dat wou hij niet. Soulless was het einde. Nooit meer zou hij ergens rustig kunnen lopen. De wereld zou zich geheel tegen hem keren. Maar toen werd het hem duidelijk. Degene was een bekende. Een hele bekende. Recht staarde Hunter Dax aan. Die net zo geshockt leek. Wat zou die jongen wel niet denken? Wat voor monster zou die nu zien? In plaats van afschuw, opende de andere diens armen. Klaar voor een knuffel. Klaar om hem te troosten. Klaar om te steunen. "Het is over niet waar?" Zacht hadden die woorden geklonken. Maar ze hadden een enorme impact. Jaren aan ellende. Afgesloten. Afgeregeld. Tranen prikten in z'n ogen. Wat verergerde toen hij ertegen begon te vechten. Dat vechten zorgde er enkel voor dat zijn lichaam overstuur raakte. De ademhaling haperde extreem, wat niet al te best in combinatie ging met het verhoogde hartslag. Al met al weigerde Hunter de tranen te laten vallen, de gedachte behoudend dat de gesneuvelde het niet verdiende. "Kom hier alsjeblieft, ik kan me niet voorstellen dat je zo iets totaal alleen zou verwerken. Dat wil ik je eigenlijk ook niet aan doen. Wederom had Dax gelijk. Wederom wist de jongen door de opgezette barrière te breken en op zijn gevoelige knopjes te drukken. En hoe koppig Hunter ook mocht zijn, hij kon het waarderen. De waardering dat iemand de wil had om door wind en weer toch nog naast zijn zijde te staan. Hij draaide zich naar Dax toe, waarna hij als een klein kind in diens armen zakte. Alsof het niet de 23 jarige Hunter was, maar de 8 jarige jongen. Ongecontroleerd barstte de jongeman in huilen uit. 'H-h-hi-ij... Ik w-wou... Ik-k bedoel...' Alles wat hij probeerde was een verklaring te geven. Een verklaring voor deze bloederige massa. Het interesseerde hem geen reet dat Dax wist wat de zaaddonor op diens geweten had. Hunter wou enkel uitleggen dat hij in zijn ogen geen andere optie zag. Dat hij dit móest doen. 'Hij w-wou op o-o-oude voet verder,' wist hij gebroken uit te brengen. 'I-ik.. Hij.. M'n haar en toen..' Verdere woorden werden gedwongen weg te blijven. Trillend verborg Hunter zijn gezicht tegen Dax schouder, accepteerde hij de steun en warmte die zijn vriend bood. Dax had gelijk. Dit kon hij niet in zijn uppie verwerken. Niet als hij er goed uit wilde komen. Ondanks alles deed de omhelzing hem goed. Gaf het hem de mogelijkheid enigszins te kalmeren, tot de woorden fatsoenlijk over zijn lippen konden komen. 'Ik ben een monster, Dax,' Murmelde Hunter tegen diens shirt aan. 'Niets beter dan hem. Wat moet ik doen? Wat als ze me oppakken? Verbannen? Wat als ik je nooit weer terug zie?' De hysterische paniek keerde terug, opgelaaid door zijn eigen toedoen.