Hallo en welkom op Separa!
Als je hier nieuw bent, raden we je aan even de regels en de informatie door te nemen,
ben je hier al bekend, dan welkom terug!
-Het team
Hallo en welkom op Separa!
Als je hier nieuw bent, raden we je aan even de regels en de informatie door te nemen,
ben je hier al bekend, dan welkom terug!
Character sheet Age: 18 Years Species: Shapeshifter: Panpas vos Partner:: I don't remember..
Onderwerp: Hope is nearby. [Sebastian] wo aug 17, 2016 10:11 pm
Hope is nearby. [Sebastian]
"Dax? Ik weet dat je me wel kunt horen. Niet praten gaat je echt niet verder helpen." Ondanks dat de stem van de man die hem zou moeten gaan helpen best vriendelijk klonk weigerde Dax om hem recht in de ogen aan te kijken. Volgens hem viel er niet veel over te zeggen. De man wist de feiten van het verhaal. Hij had immers het rapport van de rechtbank gelezen. Het was onnodig om de woorden zelf nogmaals te herhalen. Bovendien vond hij het onprettig om het er over te hebben. In zijn hoofd klonk het als een best logisch verhaal. Maar zodra Dax de woorden uit zou spreken zou het al logica verliezen. Hij zou geen enkele argumenten hebben om zich aan vast te kunnen houden. Zodra die man tegenover hem zei dat dat nu eenmaal niet zo was zoals een normaal wezen hoorde te denken, dan was dat zo. Daar viel hier niet over te praten. Tegelijkertijd wilde hij hier zo lang mogelijk blijven. Tijdrekken om zo lang mogelijk in deze spreek ruimte te kunnen blijven zitten. Zodat hij zijn grote angst maar niet onder ogen zou hoeven komen. Opsluiting: het feit dat hij niet meer over zich zelf zou kunnen bepalen waar hij heen ging, wat er met hem zo al zou gebeuren op een dag, wat hij at of dronk, welke informatie hij tot zich zou nemen en niet en hoe vaak hij de buitenlucht zou mogen voelen. Of beter gezegd: of hij de buitenlucht nog wel zou mogen voelen. Totale opsluiting. Hij had het een keer eerder mogen mee maken en het brandmerk tussen zijn schouderbladen was daarvan het pijnlijke bewijs. Voorzichtig tilde hij zijn hoofd wat op. Liet zijn blik net naast de man rusten. Hij zou hem niet recht aan willen kijken. "U weet niet alles. Ik ben misbruikt in het vorige tehuis waar ik zat, mede voor mijn seksuele voorkeur."Sprak hij, haast emotieloos. Dax zetten zijn nagels in zijn handpalmen. Het was een grote gok of de man tegenover hem enigszins betrouwbaar genoeg was om met deze informatie om te gaan. Tegelijkertijd had hij geen keus. Hij zou ze niets kunnen verwijten als ze niet van zijn vorige ervaringen afwisten. Het antwoord van de man drong al niet eens meer tot hem door. Het leek wel alsof hij in een keer door al zijn angsten tegelijkertijd overwelmd werd. Dax opende zijn mond om wat te zeggen maar inplaats van woorden kwam er slechts een soort triest huiverde zucht uit rollen. Gevolgd door de eerste paar tranen: de emotie die zich een weg naar buiten had weten te vechten. "Ik..." Stamelde hij. "Ik kan dit niet."Waarna hij zich voorover in zijn schoot worp en een immens gefrustreerd gekrijs liet horen.
Het had wel even geduurd voordat ze hem hadden kunnen kalmeren. Maar toen hij eenmaal weer bij zinnen was en de gevolgen van zijn uitbarsting onder ogen zag vervloekte hij zich zelf. Dax zou een kamer met iemand moeten delen met iemand! Ofterwijl, iemand die waarschijnlijk al tijden gewend was aan een eigen kamer zou te horen gaan krijgen dat die droom over was. Iemand met al wat 'ervaring' hadden ze gezegd. Iemand die hier dus al een behoorlijk tijdje vast zat. Dit tehuis was behoorlijk wat anders dan het vorige. De wezens die hem zo nodig wilde helpen spraken iniedergeval vriendelijk. Ook mocht hij een groot deel van zijn spullen mee. Sommige dingen waren te gevaarlijk om aan hem toe te vertrouwen. Zo als bijvoorbeeld zijn boog. En het aantal messen had hij normaal bij zich droeg. Maar ze hadden die spullen niet weggegooid. Ze bewaarde ze. De man van de wachtruimte had uitgelegd dat naarmate Dax meer genas hij beetje bij beetje weer met de wapens om zou mogen leren gaan. Zodat hij er straks niet, mocht hij ooit weer vrij komen, in een keer aan zou moeten wennen. Ook zijn kleren mocht hij gewoon houden. Op voorwaarde dan dat hij ze volgens het week programma vaak genoeg zou wassen. Het bleek dat ze het hier zo veel mogelijk op een normaal dorp probeerde te laten lijken. Zodat ze niet alleen iedereen konden genezen maar ze de wezens tegelijkertijd konden laten wennen aan een 'normaal leven'. Zo een waarbij je niet constant op de vlucht bent voor stadswachters en dat soort lui. Enorm veel dingen vielen hem op het eerste gezicht mee. Behalve dan dat hij zijn kamer zou moeten delen. Dat was ronduit vreselijk. Op een slakken tempo wandelde hij dan ook naar zijn kamer. Rugzak in de ene hand en Wilson in de andere. Hij was maar wat opgelucht dat hij de viool mocht mee nemen. Anders was hij naast al zijn huidige echte vrienden deze zogenaamde viool vriend ook nog kwijt geraakt. Ondanks zijn enorm trage tempo was hij toch veel sneller dan verwacht bij deur nummer vijftien aangekomen. Er was niet veel aan te zien. Gewoon een witte deur met het nummer vijftien er op. En een deurknop die zo rond was dat als al zou je je hoofd er nog zo vol op in koppen, je nog geen schrammetje zou oplopen. Een kleine zucht rolde over zijn lippen. Er was absoluut geen weg terug. Hij zou zijn spullen moeten neer zetten en de deur openen om vervolgens de gene aan te kijken met wie hij de komen de jaren moest doorbrengen. Dax voelde hoe er van een afstandje naar hem gekeken werd. Hij wist dat als hij het zelf niet zou doen er waarschijnlijk iemand op hem af zou komen om hem te helpen. En dat was wel het laatste wat hij wilde. Hij liet zijn blik op de afgrijselijk ronde deurknop rusten. Wat moest hij verwachten? Zou de gene achter die deur het wat uitmaken dat hij bij hem zou komen wonen? Zou hij zich aan hem ergeren? of andersom? En waarvoor zou de beste man vast zitten? Waren er wezens die op gekkere manieren dachten dan hij zelf? Was dat mogelijk? Of zou blijken dat Dax zelf veruit het verste heen was? Op dat moment realiseerde hij zich dat er een heel klein beetje hoop achter die deur bevond. Er was namelijk een kans dat hij met dit persoon zou kunnen praten. En dat er voor het eerst iemand zou zijn die zijn manier van denken zou kunnen begrijpen. Dat kleine beetje hoop zetten zich om in een nog kleiner beetje moed. En met dat minuscule beetje moed zetten hij zijn tas neer en draaide de deurknop om. Langzaam duwde Dax de deur open. Om vervolgens in alle afschuw en verontwaardiging zijn kamergenoot te aanschouwen. Deze jongeman, voor zo ver het nog een man te noemen viel, zat totaal onder de tatoeages. Wat er voor zorgde dat hij meer op een wandelend skelet leek dan een man. Hij opende zijn mond om wat te zeggen maar bedacht zich. De jongen had waarschijnlijk al meer dan genoeg gehoord dat hij er vreemd uit zag. Daarbij had Dax geen recht van spreken met zijn vossen oren en staart die bleven zitten na het shiften. Bovendien zag zijn been die hij nog niet zo lang geleden eigenhandig bijna door midden had gehakt er nou ook niet bepaald goed uit. Echter moest hij vooralsnog wel wat zeggen. Het was overduidelijk dat hij wat had willen zeggen. En straks zou de jongen nog denken dat hij alsnog iets over zijn uiterlijk had willen zeggen. Echter had hij niet zo veel nuttigs te zeggen. Verbluft dat hij was over het feit dat dit zijn kamergenoot was. Vandaar dat er ook niets meer dan een klassieke: "Ik ben Dax." Uit kwam. Het had een beetje beverig geklonken. Dax probeerde een glimlach op zijn gezicht te toveren. Iets wat hem behoorlijk slecht af ging. Er viel een korte stilte. Wellicht zou hij een volgende move moeten makken. Zo iets als 'en wie ben jij?' Maar hij wist niet of hij wel wilde weten wie de jongeman was. En of die wel wilde vertellen wie hij was. En daarom zweeg Dax maar. Ongemakkelijk opkijkende naar het figuur tegenover hem. Als het echt te lang zou duren zou waarschijnlijk wel een van die helpers opdagen om hun te dwingen vrienden te worden. Een 'min-min situatie' als je het hem vroeg...